Om dit feit te gedenken hebben we wat betekenissen van het gebied en de straatnamen op een rijtje gezet. De namen komen uit de Walvisvisserij van de 17e eeuw. In Waterland was vooral De Rijp aktief in deze visserij. 10% van de vloot in die dagen kwam of werd gefinancierd vanuit dit dorp. Vele Commandeurs kwamen hier ook vandaan.
Het opleggen van de schepen na het vangstseizoen gebeurde veelal in De Zaanstreek en het klaarmaken voor de volgende reis vond ook hier plaats. Er is een prachtig schilderij van Joghem de Vries uit 1772, genaamd ‚De Groenlandvaarder Zaandam van rederij Claes Taam en Z’n, Zaandam’, op walvisvangst’.
Willem Barentsz (Formerum, ±1550 — Nova Zembla, 20 juni 1597)
De eerste naam die bij de Walvisvaart naar boven komt is die van Willem Barentsz. Het verhaal van Willem Barentsz is één van de meest heroïsche uit de Nederlandse maritieme geschiedenis. Barentsz stak in 1596 van wal in de hoop een Noordelijke doorvaart naar Azië te ontdekken, maar strandde met zijn schip in het ijs bij Nova Zembla. De maandenlange overwintering in het zelfgebouwde ‚Behouden Huys’ op Nova Zembla en de eindeloze, barre terugtocht naar de bewoonde wereld zijn ongekende huzarenstukjes. Zelf liet hij het leven op Nova Zembla. (info: http://www.dewillembarentsz.nl/)
Spitsbergen
Vanaf de 17e eeuw begon Nederland met de commerciële walvisvaart. Willem Cornelisz. van Muyden was in 1613 de eerste succesvolle walvisvaarder. De schippers Willem Cornelisz. van Muyden uit Amsterdam en Claes Cornelisz van Sardam visten dat jaar bij de in 1596 door Willem Barentsz ontdekte eilandengroep.
Van 1614 tot 1642 had de Noordsche Compagnie het alleenrecht. Op het eiland Amsterdam bij Spitsbergen werd voor de walvisvaart de nederzetting Smeerenburg gevestigd, van waaruit ‚s zomers grote hoeveelheden Groenlandse walvissen tot traan werden verwerkt. Al rond 1670 waren er bij Spitsbergen nog zo weinig walvissen, dat de schepen moesten uitwijken naar andere gebieden. Dit bleek uiteindelijk commercieel geen succes.
(Beeld: Cornelis de Man — De traankokerij van de Amsterdamse Kamer der Groenlandse Compagnie op Amsterdam Eiland bij Spitsbergen, 1639. rijksmuseum.nl )
Straat Davis
Detail van een oude kaart van Groenland met de Straat Davis
Bron: Stichting Het Wereld Natuur Fonds-Nederland.
In de 18e eeuw begonnen de Nederlanders met walvisvaart in Straat Davis. Omdat de walvissen rond Spitsbergen door de intensieve jacht bijna waren verdwenen zocht men een nieuw vangstgebied en dat werd Straat Davis. De eerste jaren voeren gemiddeld 67 schepen uit. In 1732 bereikte de visserij in Straat Davis zijn piek met 137 Nederlandse schepen.
Morgensterstraat
De bijbelse betekenis van morgenster: De morgenster is de heraut van een nieuwe dag.
Herders gingen sinds oude tijden met hun kudden door het land en verkeerden dan ook onder de nachtelijke hemel waar zij volop gelegenheid hadden om de hemel te bestuderen. Natuurlijk hadden zij ook goede aandacht voor de morgensterren/sterren van de schemering (Job 3:9), die een nieuwe dag aankondigden, de herauten van de zon.
Om goed te kunnen begrijpen wat er bedoeld wordt met de morgenster kunnen we nu het beste een zeereisje maken ver uit de kust. Daar is het tenminste vlak voordat de ochtendschemering begint nog roet donker. Een planeet wordt morgenster genoemd als hij eerder boven de horizon verschijnt dan de zon. De helderste planeet die hiervoor in aanmerking komt is Venus. Deze is een deel van het jaar morgenster.
De Morgenster was ook een middeleeuws wapen met punten op een bol. Soms met een ketting om te slingeren, soms op een lange stok.
Foto: www.dragonheart.nl
Natuurlijk kan niet vergeten worden dat in het gebied dat nu gesloopt wordt vroeger de molen ‚De Morgenster’ stond.
De volmolen De Star werd in 1719 vanuit Zaandijk verplaatst naar Zaandam-Oost, en daar herbouwd als pelmolen De Morgenster. Op 25 januari 1720 werd hij opgenomen in een assurantiecontract, zonder vermelding van de eigenaar. De molen verbrandde op 24 december 1733, en werd daarna herbouwd. Op 30 maart 1803 ging de molen weer in vlammen op. De schuren bleven grotendeels gespaard en werden enkele jaren later gesloopt. De molen werd niet meer herbouwd.
Bron: Duizend Zaanse molens, P. Boorsma 1968 blz. 141.
Harpoenierstraat
De harpoenier is degene die bij het walvisjagen de harpoen werpt. Zodra de walvis gesignaleerd was roeide men naar het dier. Men naderde de prooi bij voorkeur van voren om uit de gevaarlijke klap van de staart te blijven. De harpoen bestond uit een schacht met ijzeren punt voorzien van weerhaken. Bij de walvisvaart was de met de hand geworpen harpoen alleen bruikbaar voor het vangen van langzaam zwemmende walvissen.
Commandeurstraat
Commandeur is een oorspronkelijk door Nederlanders bedachte rang, die bij de Nederlandse marine al vanaf de zestiende eeuw voorkomt. Deze rang is voor verschillende functies gebruikt. Zo werd de bevelvoerend officier van een klein schip een tijdlang commandeur genoemd en werd de rang ook gebruikt voor de bevelvoerder van een klein eskader. In beide gevallen ging het om een tijdelijke functionele rangsaanduiding voor een bepaalde opdracht; bijvoorbeeld als de normale kapitein van een schip afwezig was of als men een commandant nodig had voor een inderhaast gevormde expeditiemacht. De commandeursrang is overgenomen door andere marines.
(Bron: Wikipedia)
Hieronder staat de aanvang van het boek met de titel „Omstandig journaal van de reize naar Groenland, gedaan door Commandeur Maarten Mooy, met het schip Frankendaal”. Dit is de titel van het boek dat in 1787 verscheen van de hand van Commandeur Maarten Mooy.
De Beminnaars der Historiën en Reisbeschryvingen, hebben van alle tyden af veel belang gesteld in de echtheid der Berichten, en de geloofwaardigheid der Schryvers; immers dezulke waaren altoos hun ‚t aangenaamst, waar van zy overtuigd waaren, dat de Verhaalen, zonder eenig eigen belang, by ‚t leeven der Reizigers, en dus door
hun zelv’ geschreeven, of uit hun mond letterlyk overgenomen zyn.
Ik vond myn arbeid niet vergeefsch gedaan, want de sterke aanzoek om een Verhaal onzer Lotgevallen, ramp-spoeden in het Ys, en onze wonderbaarlyke Redding, heeft my allen spoed doen maaken, om het zelve zodanig in orde te schikken, als het nu door den Druk word gemeen gemaakt.
Amsterdam 16. Maart 1787.
[getekend] Maarten Mooij
(Bron: PDF van het boek)
Walvisvaarderstraat
Het woord Walvisvaarder heeft twee betekenissen.
1. Het is een snelle boot, ook wel vangboot genaamd, geschikt voor het jagen, vangen en doden van walvissen.
2. De vissersman die op walvisjacht gaat.
Vanaf het vroegste begin is men vanuit de Zaanstreek actief betroken geweest bij de walvisjacht. Omstreeks het midden van de 18de eeuw was Zaandam het centrum van de vaart op de vangstgronden bij Spitsbergen en in Straat Davis. Talloze scheepseigenaren en kooplieden in de walvisvaartindustrie woonden in de stad. Tussen 1661 en 1794 vertrokken jaarlijks gemiddeld dertig schepen met veertig koppen uit de haven van Zaandam, op weg naar de Noordelijke IJszee.
De walvisvaart had niet alleen in economisch opzicht gevolgen voor de Zaanstreek. Ook in het panorama van de regio was de invloed merkbaar. In rap tempo verschenen traankokerijen — fabrieken waar men de aangebrachte stukken walvisspek kookte tot traan. Zo stonden in 1731 niet minder dan zeven kokerijen in Oost-Zaandam, één in West-Zaandam, zes in Oostzaan, één in Westzaan en één in Jisp. Hoewel sommige traankokerijen wel 25 kilometer van Zaandam verwijderd waren, was de stank overal in de stad waarneembaar. Vanuit steden en dorpen als Oost-Zaandam, West-Zaandam, Oostzaan, Westzaan en Jisp werd de walvistraan over grote delen van Nederland, maar ook nog wel buiten de landsgrenzen, gedistribueerd.
Vooral in het begin van de walvisvaartperiode werkten er veel Baskische vakmensen op de Zaanse schepen. De Zaanse taal heeft daar nog wat woorden aan overgehouden zoals de uitdrukking ‚hij is van z’n trammetane’, wat betekent dat iemand in de war is. ‚Trammetane’ komt van ‚Transmontana’, de naam die de Basken gaven aan de poolster. Als je die (de Poolster) op zee kwijt was, kon je inderdaad behoorlijk in de war raken!
De laatste periode in de Walvisvaart was met het schip de ‚Willem Barentsz’. Het schip heeft zestien reizen gemaakt van 1946 tot 1962. Daarna was het afgelopen met het vangen en begon de strijd voor het behoud van de walvis die toen in ernstig gevaar verkeerde. (Bron: Canon van de Zaanstreek)
Klok Bay
Overigens is er nog een stukje Zaandam dat herinnert aan de walvisvaart. Haaks op de Westzijde liggen straten met namen als Groenland, Nova Zembla en de Klokbaai.
De naam Klokbaai is afkomstig uit Spitsbergen waar de Engelsen een bepaalde baai of Fjord de naam „Bell Sound” hadden gegeven. De Hollanders die daar voeren hebben dat vertaald in Klokbaai.
„On early Dutch charts it is named Willem Van Muyden’s Haven. In modern times, the name misspelled, was transferred to the great sound within Axel Island whose original and proper name is Low Sound though the Dutch always called it Klok Bay”.
(uit: No Man’s Land, door Sir Peter Conway, 1906. Google Books)
Klok Bay is a fjord in Svalbard and Jan Mayen eiland. Klok Bay is also known as Baye de la Cloche, Bel Sound, Bell Sound, Bellsund, Bellsund Nordfjord, Belsondt, Belsund, Clock Bay, Clok Baye, De Inham Bell, Glocken Sund, Horne Sont, Inwyck, Kellosalmi, Klanbay, Klanbayskaja Guba, Klok Bay, Klokke Sund, Klokkefjorden, Klombai, Kolokoljnyi Zaliv, Willem van Muyens Bay, la Baye des Franchoys.
(Kaart: Scheepvaartmuseum)