Linnaeusstraat
Van onze redactie, Ruud Meijns
Carl Linnaeus (gelatiniseerd als Carolus Linnaeus) of, nadat hij in 1761 in de adelstand was verheven, Carl von Linné (gelatiniseerd als Carolus a Linné) (Råshult, 23 mei 1707 – Uppsala, 10 januari 1778) was een Zweeds arts, plantkundige, zoöloog en geoloog. Zijn invloedrijkste werken zijn Species plantarum, waarvan de eerste druk (1753) sinds 1905 geldt als beginpunt van de botanische nomenclatuur en Systema naturae, waarvan de tiende druk (1758) geldt als beginpunt van de zoölogische nomenclatuur.
Carls vader, die dominee was, wilde dat zijn zoon theologie ging studeren. Carl begon daartoe in 1724 ook een opleiding in Grieks, Hebreeuws, theologie en wiskunde aan het Växjö Gymnasium. Hij had daarin echter weinig interesse en de meeste van zijn docenten meldden over zijn studie aan zijn vader dat Carl wel nooit een geleerde zou worden. Alleen de docent Rothman dacht er anders over en wist zijn vader te overreden erin toe te stemmen dat Carl geneeskunde ging studeren in plaats van theologie.
Tijdens zijn studie verwierf de jonge Linnaeus een opdracht om de natuurlijke schatten van Lapland te inventariseren. Na zijn onderzoeksreis door Lapland, in 1732, schreef hij zijn Florula Lapponica. In april 1735 vertrok hij naar Nederland om te promoveren tot doctor in de geneeskunde, een titel die hij nodig had om zich als arts te kunnen vestigen. Op 23 juni promoveerde hij aan de Universiteit van Harderwijk op het al eerder in Zweden geschreven proefschrift Hypothesis nova de febrium intermittentium causa. De efficiënte procedure nam slechts zes dagen in beslag, waarvan drie voor het drukken van het proefschrift.
Na de promotie reisde hij verder naar Leiden. Daar publiceerde hij met hulp van Gronovius en een financiële bijdrage van de Schotse arts Isaac Lawson zijn Systema naturae, waarin hij de natuur in drie rijken verdeelde (mineralen-, planten– en dierenrijk).
Terug in Zweden
Bij terugkomst in Zweden vestigde Linnaeus zich in Stockholm, waar hij onder meer in 1739 medeoprichter was van de Zweedse Academie van Wetenschappen. Hij huwde in 1738 en zou daarna Zweden niet meer verlaten.
In 1758 kocht hij in de buurt van Uppsala een boerderij, die hij inrichtte als zomerverblijf en waar hij zijn kostbare collecties huisvestte. Tegenwoordig is dit zomerverblijf bekend onder de naam Linnaeus’ Hammarby en is het opengesteld als museum.
Tot op hoge leeftijd bleef Linnaeus hoogleraar en vooraanstaand burger van Uppsala. Hij is dicht bij de ingang in de kathedraal van deze stad begraven. Er worden nog regelmatig bloemen op zijn graf gelegd.
Bron: Wikipedia