Kepplerstraat
Van onze redactie, Ruud Meijns
In de lange weg die door Zaandam van Noord naar Zuid loopt zijn we aangekomen bij de Kepplerstraat. Niet vernoemd naar de natuurkundige, maar naar de Amsterdamse directeur van Bouw– en Woningtoezicht Arie Keppler (1876−1941). Hij stamde uit een Lutherse familie die sinds begin 1800 naar Amsterdam verhuisde.
Na zijn studie aan de HBS ging hij in Delft studeren aan de Technische Hogeschool. Tijdens zijn studententijd kwam hij in aanraking met het socialisme. Na zijn afstuderen als ingenieur en enige bijscholing op het gebied van waterzuivering, trad hij in dienst bij de Centrale Gezondheidsraad, waar hij veel kritiek op had. Deze kritiek werd door de Tweede Kamer overgenomen.
Hij was betrokken bij de oprichting van de Sociaal-Technische Vereeniging van Ingenieurs en Architecten (STV). Hier kwam hij ook in aanraking met het probleem van de Volkshuisvesting. In zijn publicaties pleitte hij voor vakbekwame bestuurders in plaats van door partijpolitiek naar voren geschoven bestuurders.
In 1905 trad hij als volontair in dienst bij Bouw– en Woningtoezicht van de gemeente Amsterdam en na drie jaar werd hij inspecteur belast met woningtoezicht. In 1915 werd hij benoemd tot directeur van de Gemeentelijke Woningdienst. Hij werd geroemd om zijn enorme ijver en energie. Zijn aandacht ging naar de huisvesting van de mensen met de laagste inkomens, moeders met kinderen en bejaarden. Voor de gemeente was hij de vertegenwoordiger bij alle woningbouwverenigingen. Hij stichtte in Amsterdam een aantal tuinsteden met lage huren. Mede door zijn toedoen werd Amsterdam bekend door zijn voortrekkersrol op het gebied van volkshuisvesting. Op vrijwel elk congres werd hij gevraagd om te spreken. Na wat opmerkingen over particuliere bouwers kreeg hij kritiek uit de gemeenteraad. De wethouder, de Miranda, verdedigde hem als volgt, “‚De directeur is een lastig man, maar ook een geniaal man; zelfs ver buiten de grenzen wordt hij zeer gewaardeerd. Van iemand met zoo groote bekwaamheden verdraagt men wel eens wat.”
Vanaf 1928 nam zijn invloed af en toen in 1936 bezuinigd moest worden werd ook Keppler met vervroegd pensioen gestuurd. Dat verbitterde hem zeer en hij overleed enkele jaren later. De betekenis van Keppler voor de volkshuisvesting van Amsterdam is groot geweest. Onder zijn bewind werden oude buurten gesaneerd en werden er 11.000 gemeentewoningen en 20.700 verenigingswoningen gebouwd.